GESCHIEDENIS VAN SIERADEN
Geschiedenis van antieke sieraden
Het versieren van je lichaam is waarschijnlijk zo oud als de mensheid. Het is de manier om iets dat in principe bij iedereen ongeveer hetzelfde is, te individualiseren en te doen opvallen. Beschildering, tatoeage en piercing van lichaamsdelen, maar vooral het jezelf behangen met blinkende en kleurrijke voorwerpen zijn universeel en typisch menselijk. Per cultuur verschillen de versieringen sterk, maar vrijwel overal is een voorkeur te zien voor drie zaken: Dat wat beschermt, wat veel kleur heeft, en wat (geldelijke) waarde heeft.
Sieraden ter verfraaiing van het lichaam
Sieraden zijn dus sinds oudsher bedoeld om het lichaam te verfraaien. Vrouwen gingen op zoek naar decoratieve stukken om de meest begeerlijke van de mannen van de stam voor zich te winnen. Sieraden hadden tevens een functie, bijvoorbeeld om kleren samen te houden. Later werden sieraden ook symbolisch en als aandenken gebruikt, zoals trouwringen en medaillons. Vooral in de klassieke oudheid waren sieraden een statussymbool als teken van rijkdom en macht.
Start van de edelsmeedkunst
In het begin van de mensheid werden stenen, schelpen, beenderen of dierentanden aan elkaar geregen. Dit werd als sieraad om de hals gedragen. Toen de kunst van het smelten van metaal uitgevonden was, werd de edelsmeedkunst bekend. In de Romeinse tijd droegen mannen alleen een zegelring. Hiermee kon hij zijn brieven verzegelen. Vrouwen droegen ook ringen, deze ringen waren vaak fijner en eleganter afgewerkt. Verder pronkten de dames graag met prachtige sierspelden, haarspelden, haarbanden, oorbellen, armbanden, halssnoeren, halskettinkjes en enkelbandjes.
Prehistorische ketting
Romeinse sieraden
Fibula
Eén van de beroemdste archeologische vondsten van Nederland is een grote fibula (broche). Zij is in 1969 gevonden in een waterput in Dorestad (Wijk bij Duurstede). De broche is gemaakt van goud en ingelegd met verschillende kleuren glas, almandijn (een rode halfedelsteen) en parels langs de rand. Het inlegwerk in cloisonné toont christelijke vormen, zoals twee kruisen in elkaar. De stijl is die van kerkelijk edelsmeedwerk van Bourgondische ateliers uit de tijd van Karel de Grote. De speld is rond 800 gemaakt en waarschijnlijk gedragen door een hooggeplaatst persoon. Het kostbare sieraad is waarschijnlijk in de put verborgen vanwege gevaar, bijvoorbeeld de aanvallen van Vikingen op Dorestad in de vroege negende eeuw.
Sieraden van goud en zilver
De rijken droegen liever sieraden van goud of zilver met zowel edelstenen als halfedelstenen. De armen droegen ook graag sieraden, vanwege geldgebrek waren het meestal sieraden van goedkope materialen zoals brons of keramiek. Ze gebruikten gekleurde glazen kralen in plaats van edelstenen. Sinds de jaren zestig van de vorig eeuw zijn in het westen dure materialen minder een statussymbool geworden en werden design, vormen en kleuren belangrijker.